TRAINING
BOEKEN
MENU

innerlijke durf

13 juni 2022
Marije Langhorst

Doe het niet te goed 

Voordat ik mijn studie aan de theateropleiding begon had ik onwijs veel plezier in toneelspelen. Ik kon helemaal los gaan zonder schaamte, want we speelden toneel. Er was geen goed of fout, want alles is theater. Al snel merkte ik toen ik op de theateropleiding zat dat er wel degelijk een goed of fout was. Er waren allemaal technieken die we moesten leren: Deze scène werkt wel en die weer niet. Je moet leren je stem en lichaam op de juiste manier te gebruiken. Er moet een goede spanningsopbouw in de scene zitten en je moet je “monologue interieur” (gedachten, gevoelens, verlangens etc)  van je personage doorgronden. En dat moet dan ook nog terug te zien zijn in je spel.

Door de druk om het goed te willen doen mislukte alles. Ik blokkeerde. Ik werd zo bang om fouten te maken dat er helemaal niets meer uit kwam. Een speldocent herkende wat er gebeurde bij mij. ‘Dit overkomt heel veel studenten en het enige wat je eraan kan doen is: “probeer het het niet te goed te doen”. Als je dingen te goed wilt doen schiet je in je hoofd, verkramp je of sluit je je af. En dan blokkeer je.

Deze wijze raad geef ik nu altijd mee aan de mensen die ik mag trainen. Doe het niet te goed!

Fouten maken mag

Laat je niet tegenhouden door de angst om fouten te maken. “Fouten  maken” hoort bij creëren, geeft nieuwe inzichten en verdieping. Het denken in “ goed en fout” beperkt de creativiteit. Durf je fantasie en creativiteit in te zetten en te ontwikkelen.

"Experimenteer zonder oordeel en bepaal daarna wat je gebruikt voor je preek."

Het hier en nu

In het hier en nu zijn, is een van de belangrijkste basisregels van theater, acteren en spreken. Zorg dat je er echt bent, aanwezig en alert. Gebruik daarvoor al je zintuigen. In het hier en nu zijn, betekent dat je je bewust bent van jezelf, je omgeving, je publiek en in sommige gevallen de ander, zoals een  medespeler, spreker of muzikant. Dit kun je alleen bereiken door al je zintuigen open te zetten. Gebruik je voelsprieten.

Zorg dat je niet bezig bent met wat je straks moet gaan zeggen. Of met wat je net misschien anders had kunnen doen. Focus op wat er nú is. Doe alles bewust en met aandacht.

De aanwezigheid in het hier en nu is een basisvoorwaarde om contact met het publiek te maken. En dit alles gaat alleen maar als je niet bezig bent met: “Doe ik het goed?”. Wat zullen ze wel en niet van mij vinden?

Durf te improviseren. Volg je impulsen, reageer op het publiek of op iets wat plotseling gebeurt. Gebruik je voelsprieten om in het moment te spreken.

Een goede voorbereiding..

Een goede voorbereiding is het halve werk. Veel mensen besteden echter al hun tijd aan de inhoudelijke voorbereiding, uiteraard is dit van groot belang. Maar ze vergeten de mentale voorbereiding en hun presentatie: Hoe wil ik het vertellen?

Maak in je voorbereiding ruimte om je preek of presentatie hardop te oefenen, eventueel voor andere mensen. Probeer dezelfde zin op verschillende manieren uit te spreken, oefen verschillende gebaren en looplijnen.

Wat is de noodzaak?

Ga op zoek naar wat voor jou belangrijk is in je verhaal: Waarom moet ik dit vertellen? Waarom moeten de mensen dit verhaal horen? Als je dit helder hebt voor jezelf wordt het makkelijker om overtuigend te spreken, je hoeft namelijk niet te doen alsof.

Als je deze stappen toepast in je voorbereiding helpt dat je om vertrouwd te worden met hoe jij presenteert. En onthoud: bij presenteren gaat altijd wel wat mis. Maar het publiek weet niet wat jij hebt opgeschreven of bedacht hebt. Meestal heeft het publiek het niet eens gehoord of gezien.

Ik gun je veel spreek plezier maar vooral veel faalplezier!